Frank Aan, raadslid PvdA Oostzaan

Het is op z’n minst een beetje een rare situatie.
Ik zit hier als een van de leden van de werkgroep Bestuurlijke toekomst, die verantwoordelijk is voor het rapport, maar natuurlijk ook als raadslid namens de Partij van de Arbeid.
Eerst in de eerste rol een paar woorden over de totstandkoming van het rapport.


Vanaf het accepteren van de raadsopdracht is de werkgroep bezig geweest met het “probleem”, dat beslissen over de bestuurlijke toekomst altijd een kwestie is van hoofd en hart, verstand en gevoel of misschien wel berekenen en onderbuik. De werkgroep heeft getracht in te zoomen op dat eerste.
Hoe kunnen we zo objectief mogelijk de verschillende scenario’s vergelijken? Om die vraag te beantwoorden is uiteindelijk TwijnstraGudde als partner gekozen.

Natuurlijk is het, mede door de gebruikte stoplichten, een platslaan van de werkelijkheid geworden en de lezer doet zich zelf tekort door alleen te focussen op de rode en groene wolken.
Het rapport bevat namelijk een veelheid aan nuanceringen van die stoplichten die, wanneer ze zich laten combineren met bijvoorbeeld politieke zwaartepunten en minder meetbare gevoelens andere resultaten kunnen opleveren dan de “groenste”.

oostzaan3

De stoplicht metafoor breekt ons ook op wanneer we er politiek tegen aankijken. In dit geval zullen we als PvdA niet op voorhand gaan voor het roodste scenario.
Wat we wel doen is bekijken hoe het rapport zich verhoudt tot bijvoorbeeld ons verkiezingsprogramma.
In een verleden, tot 2018, stond hierin dat wij “mocht zich de noodzaak voordoen” we dachten dat een fusie met Zaanstad, met name wegens een veelheid aan gezamenlijke geschiedenis en afhankelijkheden, het meest voor de hand zou liggen.
Het rapport geeft een aantal argumenten om dat te heroverwegen, zelfs als je bedenkt dat het toen (2018) andere tijden waren.
Ook dat is natuurlijk een nuance om mee te nemen bij het kiezen voor een scenario, over 5 jaar kan de wereld er heel anders uitzien, sterker nog dan ziet die er anders uit.
Bijvoorbeeld, zal het voornemen de opschalingskorting in 2027 opnieuw in te voeren een rol van betekenis gaan spelen.

De PvdA is van oudsher een behartiger van betaalbaar wonen voor iedereen.
We weten dat er binnen de Oostzaanse grenzen beperkte ruimte is om dat uitgangspunt te realiseren.
Wij denken wel dat de kansen op een woning voor Oostzaanse woningzoekenden groter worden na een fusie met Amsterdam of Zaanstad al was het maar omdat daar meer ruimte is.

Wij vinden het belangrijk dat onze gemeente financieel gezond is, in control en flexibel.
Dat lijkt beter te gaan bij een fusie met een grote broer of zus.
Vraag is dan wel of het dan nog wel onze gemeente is.
Dat leidt meteen naar een ander belangrijke norm, die niet voor niets bovenaan het normenkader staat: De identiteit van Oostzaan blijft behouden, een punt dat ook bij veel inwoners boven aan zal staan.
Wat is de Oostzaanse identiteit en waar zit die in, is een vraag die je daarbij hoort. Ik denk dat die identiteit grotendeels in de mensen, clubjes en verenigingen zit, iedereen geboren of import wordt er mee doordrenkt, of besmet, en draagt haar minder of meer uit.
Ook de nabijheid van de politiek speelt hierbij een rol(letje).
Alleen in het scenario doorontwikkelen Over-gemeenten blijft het groene bolletje overeind, want ook bij een fusie met Landsmeer moeten hierbij concessies gedaan worden.

Bij de ultieme afwegingen van de scenario’s zullen we natuurlijk moeten kijken naar de uitkomst van het komende participatie traject.
Wat nou als de inwoners overduidelijk voor een bepaald scenario kiezen, of dat een van de potentiële partners minder geïnteresseerd blijkt te zijn, zeker als die beide keuzes conflicteren?
Het blijft dus zaak om de belangen scherp te krijgen zodat we die in eventuele verdere onderhandelingen kunnen gebruiken om de rode bolletjes van een scenario iets oranjer te krijgen of te wel meer Oostzaanse identiteit tegen Amsterdamse bluf.

Hoe het participatietraject er uit moet zien is ook een vraag die voor ligt.
De PvdA is geen voorstander van een nieuwe enquete, er is namelijk in een vorig traject al informatie opgehaald en daar kunnen we uit putten en van leren.
Wij zien meer in burgerbijeenkomsten/stakeholderbijeenkomsten waarin inwoners, lokale ondernemers en verenigingen het gesprek met de raad kunnen aangaan.
Waarbij specifieke vragen kunnen helpen het gewicht van de normen duidelijker te krijgen.  Dit kan er toe bijdragen dat de uitkomst bijgesteld wordt.

Tenslotte nog even dit: welke keuze er ook aan het eind van dit jaar wordt gemaakt, uitvoeren van het daarop volgende traject kan nog jaren duren.
Daarom is het van belang dat over-gemeenten zich doorontwikkeld en dus dat Over gemeenten een goede werkgever blijft voor de mensen die voor onze gemeente het werk doen.